Kunststroming De Stijl

In 2017 was het precies 100 jaar geleden dat het tijdschrift “De Stijl” door Theo Van Doesburg werd opgericht. Het zou de start zijn van de bekende kunststroming “De Stijl”, waarin naast Van Doesburg ook schilders als Piet Mondriaan en Bart van der Leck, als ook architecten/ontwerpers als Gerrit Rietveld, J.J.P. Oud en Piet Zwart zich aansloten. Deze kunstenaars zochten naar een totaal ‘nieuwe kunst’, die ook de samenleving moest moderniseren. Hun beginselen met kenmerkende geometrische vormen en opvallende primaire kleuren (rood, geel en blauw) inspireren nog steeds hedendaagse kunstenaars.

 

Voor het Gemeentemuseum in Den Haag maakte Joost Swarte voor het boek En toen De Stijl, tien tekeningen van hoe hij dacht dat de ateliers van de kunstenaars van De Stijl eruit zouden hebben gezien. Hij stuurt zijn rode kat op onderzoek uit in elke tekening.

Kado tip
Van deze tekeningen hebben we prachtige piëzografieën uitgegeven op luxe 350 grams Hanemühle papier. Formaat 60 x 60 cm. Oplage 100 genummerde en gesigneerde exemplaren.
Prijs piëzografie € 175.
Acht van deze tekeningen zijn ook als (on)gesigneerde poster te koop. Uitgevoerd op standaard lijstformaat van 50 x 70 cm.
Prijs € 35 gesigneerd of € 19.95 ongesigneerd.

Deze piëzografieën en posters zijn verkrijgbaar in de webwinkel.

 

Theo van Doesburg

Theo van Doesburg begon als kunstschilder van landschappen en portretten. Langzaam werd zijn werk abstracter, en ontwikkelde hij een voorkeur voor rechte lijnen en basiskleuren, die pasten bij het moderne leven.

Hij schreef, fotografeerde en ontwierp gebouwen en interieurs. In 1917 richtte hij het maandblad De Stijl op dat vijftien jaar lang in kleine oplage verscheen.

Kunstenaars en ontwerpers sloten zich aan. De Stijl groeide uit tot een stroming van internationaal belang. 

 

Vilmos Huszár

Vilmos Huszár was schilder, tekenaar en beeldhouwer. Ook hij zocht naar nieuwe vormen. Een abstracte voorstelling raakte meer de kern dan gewoon naschilderen.

Van Doesburg vroeg Huszár het logo te ontwerpen voor het tijdschrift De Stijl. Hij paste de nieuwe ideeën ook toe in reclametekeningen, en ontwerpen voor fabrikanten en het theater.

Zo werd De Stijl steeds meer zichtbaar in het dagelijks leven.

 

Bart van der Leck

Bart van der Leck schilderde het dagelijks leven en de werkende mens, en zocht daarbij naar nieuwe schoonheid door de werkelijkheid terug te brengen tot vlakjes en blokjes.

Die waren los en zo open mogelijk opgezet, in heldere kleuren die de kijker toestraalden: geel, rood en blauw, ondersteund door zwart. Kleur moest de ruimte in beweging kunnen brengen.

De Stijl nam zijn kleurpalet over, maar Van der Leck voelde zich verder onbegrepen en besloot al gauw zijn eigen weg te gaan.

 

Gerrit Rietveld

Gerrit Rietveld begon als meubelmaker. Hij timmerde voor vrienden en kennissen nieuwe meubels die er anders uitzagen dan men gewend was. Eenvoudige en goedkoop te produceren stoelen en kasten, in het begin nog onbeschilderd.

Vanaf 1918 kregen als eerste zijn kindermeubels een vrolijke kleur en in 1923 paste hij de kleuren van De Stijl toe op zijn beroemde rood-blauwe stoel.

Hij werd een belangrijk architect toen hij in 1924 samen met Truus Schröder een modern huis voor haar ontwierp.

 

Bauhaus

De studenten van kunstopleiding Bauhaus in Duitsland kregen les in kleur, vorm en het ontwikkelen van hun creativiteit. Directeur Walter Gropius nodigde Theo van Doesburg uit om naar Weimar te komen.

In 1921-22 gaf hij er in zijn eigen flat colleges, want zijn persoonlijkheid en theorieën botsten met die van docent Johannes Itten.

De moderniteit van De Stijl is teug te zien bij architect Ludwig Mies van der Rohe en meubelontwerper Marcel Breuer.

 

J.J.P.Oud

J.J.P. Oud zocht als architect naar nieuwe vormen voor de moderne tijd.

Hij was geïnteresseerd in industriële technieken en ontwierp eenvoudige woningen die gemakkelijk aan elkaar te bouwen waren; moderne huizen voor de gewone man.

De kleuren, lijnen en geometrische vlakken van De Stijl past hij toe op onder andere een bouwkeet in Rotterdam en het beroemde Café De Unie.

 

Ko Verzuu

Ko Verzuu was opzichter in de bouw tot hij de leiding kreeg in de werkplaats van een sanatorium. De patiënten werden bezig gehouden met het maken van onder andere houten speelgoed.

Verzuu bewonderde de strakke lijnen en de kleuren in het werk van Gerrit Rietveld, en paste ze toe in zijn ontwerpen van houten blokkendozen, auto’s en poppenhuismeubeltjes, die werden verkocht onder de naam ADO.

Zo veroverde de moderne stijl ook de kinderkamer.

 

 Joaquín Torres García

 

Joaquín Torres García volgde de kunstacademie in Barcelona. Hij werkte in Parijs en in New York, waar hij geld verdiende met het maken van speelgoed.

Terug in Parijs leerde hij Van Doesburg en Mondriaan kennen. Hij deelde hun voorkeur voor eenvoudige vormen en kleuren, en schreef brieven met Van Doesburg.

Joaquín Torres García richtte een eigen tijdschrift op: Cercle et Carré en ontwikkelde een beeldtaal op basis van eenvoudige tekeningen. Later keerde hij terug naar zijn geboorteland Uruguay.

 

Piet Mondriaan

Piet Mondriaan begon met schilderen naar de natuur. Zijn landschappen werden onder invloed van het kubisme steeds abstracter, tot composities van liggende en staande vlakken en lijnen.

Toen hij in 1917 Bart van der Leck ontmoette, maakte diens moderne kleurgebruik diepe indruk op hem. Mondriaan stapte ook over op rood, geel, blauw, grijs, zwart en wit.

Hij experimenteerde zijn hele leven verder, strevend naar de meest pure abstractie.

 

Piet Zwart

Piet Zwart wilde een nieuwe wereld met eenvoudige vormen, bereikbaar voor iedereen. Hij tekende, maakte foto’s en ontwierp drukwerk voor fabrieken.

Hij werkte voor opdrachten al vroeg samen met Vilmos Huszár, die zijn ontwerpen kleur gaf. Voor de PTT ontwierp hij postzegels, waarbij hij als eerste foto’s gebruikte.

En een boekje voor kinderen met uitleg hoe je brieven en pakketten per post moest versturen. Het werd gratis uitgedeeld op scholen.

 

Meer informatie over wat er op de prenten te zien is.