De onderstaande prenten zijn getekend door Johan Braakensiek. Ze verschenen als bijlagen van De Amsterdammer.
21 februari 1892
Bij den zeventigsten verjaardag van Generaal Verspyk
Onderschrift:
Generaal Van der Heyden: Gefeliciteerd kameraad! Als wij dáár den boel nog eens mochten opknappen! . . .
30 december 1894
Het slavenschip
Onderschrift:
Uncle Tom tot de Ned. Maagd: U heeft de slavernij afgeschaft, zoudt u (op Insulinde wijzend) haar niet willen beloven, nu ook geen slavenschepen meer te gebruiken?
5 april 1896
Het verraad van Toekoe Oemar
Onderschrift:
Generaal Van der Heyden tot zijn invaliden: "Hebben wij daarvoor nu ons leven gewaagd!"
19 juni 1898
De Pedir-expeditie
Onderschrift:
Toekoe Oemar: - Oh, lo! ik lari lari! - ik smeer hem voor die snaphan Sètan!
29 november 1903
Indië in nood
Onderschrift:
Een stem van boven: Terwijl de Senaat delibereert, gaat Indië verloren.
20 augustus 1905
Het vertrek van Bouwmeester naar Indië
Onderschrift:
De Ned. Maagd: Hoe is 't mogelijk, Mijnheer Bouwmeester;
acht U uzelf een te groot kunstenaar voor ons landje?
Bouwmeester: Neen, Mevrouw, dat is het niet . . .
"Ik moest . . . kleinzieligheid dreef mij heen."
16 october 1908
Brieven uit Tropisch Nederland
Onderschrift:
Insulinde: - Als je mij zoo oppoetst, beste man,
zal mevrouw Nederland mij nooit zien in mijn ware gedaante!
Ch. Boissevain: - Ware gedaante? Wie zijn vrouw lief heeft wil,
dat ze er altijd zoo mooi mogelijk uitziet!
3 maart 1912
Chineezen-onlusten in Nederlandsch-Indië
Onderschrift:
Idenburg: Wat is dat? Háár in de rijst?
Insulinde: Wilde haren, toewan bezaar!
26 october 1913
Multatuli in den lachspiegel
Onderschrift:
De Droogstoppels en de Slijmeringen: - Wat een gemeen gezicht!